https://mindcms-main.s3.eu-west-2.amazonaws.com/c21hYWtwdXBpbC1ubA%3D%3D/626ab041586d9/petra_1_20220428_171825.jpgPetra
Persoonlijk verhaal

Interview diëtiste Petra Thurmer

19 April 2022

“Ik ben meer bezig met geur- en smaakverlies dan de doorsnee diëtist, ik doe echt mijn best om de cliënten zo goed mogelijk te helpen.”

Onlangs hebben wij Petra Thurmer gesproken over haar werk als diëtist in het verpleeghuis en geur- en smaakverlies bij deze doelgroep. Petra heeft daarbij ook nog een eigen diëtistenpraktijk en doet dit werk met veel passie.

Hoi Petra, kun je wat over jezelf vertellen?
Ik ben Petra Thurmer en ik werk al 24 jaar als diëtist. Ik heb lange tijd in het verpleeghuis gewerkt, van tevoren was dit nooit mijn idee maar ik rolde daarin en vond dit een supermooie doelgroep waar nog heel veel winst te halen valt. Momenteel werk ik nog steeds in het verpleeghuis, maar daarbij heb ik een eigen praktijk. Mijn praktijk is vooral gericht op kwetsbare mensen die thuiswonend zijn.

Wat inspireert jou om dit beroep te doen?
Toen ik net begon als diëtist in het verpleeghuis werd deze doelgroep eigenlijk al afgeschreven. Ik ben van mening dat dit niet zo is, er valt nog zoveel winst te halen. Dit is ook wat mij inspireert, dat ik mensen kan helpen om de kwaliteit van leven zo hoog mogelijk te houden in de laatste fase van het leven. Ik word echt gelukkig van mensen helpen, ik zal een voorbeeld geven. Er was een meneer die was zo zwak geworden dat hij niet meer naar zijn biljartclub kon, toen hij weer voor de eerste keer kon gaan werd ik zo gelukkig voor hem. Daar doe ik het voor, niet voor dat getalletje op de weegschaal, maar dat hij weer kan doen waar hij gelukkig van wordt.

Waarom ben je dit beroep gaan doen?
Ik was als kind altijd al met eten bezig, ik bekeek altijd al die ingrediëntenlijsten van bijvoorbeeld de pakken vla. Het zei mij allemaal nog helemaal niks toen, maar toch vond ik het heel interessant. Ik wilde eerst in Wageningen gaan studeren, maar naar mijn idee zou ik dan alleen maar achter een computer zitten om onderzoek te doen. Ik ben echt een mensenmens, ik wil contact en de praktijk in. Zo ben ik eigenlijk bij Voeding en Diëtetiek beland, dit is voor mij de perfecte combinatie tussen voeding en de praktijk.

Hoe speelt geur- en smaakverlies een rol in jouw baan?
Ik zie veel ouderen, zij hebben veel last van geur- en smaakverlies en sommigen verliezen het zelfs helemaal, dit hoort ook bij het ouder worden. Bij veel mensen zit dit echt in de weg, zij hebben al een verminderd honger gevoel en dan smaakt het ook nog eens niet lekker. ‘Vroeger was alles beter.’ Verder zie ik ook nog anderen doelgroepen waarbij dit speelt, bijvoorbeeld bij oncologie patiënten. Het is gewoon echt een probleem voor deze mensen en het is lastig om ze aan het eten te krijgen, maar juist bij ziekte is de voedingstoestand zo enorm belangrijk.

Hoe ga je hier nu mee om?
Ik probeer eerst te kijken welke basissmaken nog wel aanwezig zijn of dat echt alles weg is. Veel mensen proeven nog wel iets van zuur of zoet bijvoorbeeld, daar probeer ik dan in mijn adviezen rekening mee te houden. Ook hou ik rekening met het mondgevoel en de structuur van het eten, bijvoorbeeld hard of zacht. Ik kies dan samen met de cliënten producten die meer smaak of structuur hebben en soms raad ik toevoegingen aan. Bij ouderen blijft dit lastig, ze staan vaak niet open om veel nieuwe producten te proberen.

Hoe ben je bij deze oplossingen gekomen?
Dit komt vooral uit mijn eigen interesse, ik loop vaak tegen dit probleem aan. Hierdoor ben ik mij er meer in gaan verdiepen.

Wat zijn de voor- en nadelen van deze oplossingen?
Een nadeel vind ik dat ik in mijn idee te weinig kennis hierover heb. Ik probeer tips te geven maar vooral de ouderen staan hier niet zo voor open en dan loop ik snel vast. Het voordeel vind ik dat ik er, denk ik, wel meer mee bezig ben dat de doorsnee diëtist, ik doe echt mijn best om de cliënten zo goed mogelijk te helpen.

“Ga opzoek naar wat voor jou werkt en blijf niet hangen in wat niet smaakt. Er zijn echt voor iedereen manieren om het lekkerder te maken, het hoeft niet perse met smaak maar ook mondgevoel, temperatuur en uiterlijk bepaald wat jij ervan vind.”